Hou je van aardappels? Waarom ze dan niet zelf verbouwen in je tuin, om dubbel plezier te hebben als je eigen oogst op tafel staat? Semailles, een bedrijf gespecialiseerd in de verkoop van zaden en pootgoed, legt de verschillende stadia uit van de aardappelteelt.
Jouw aardappelvariëteit kiezen
Aardappels vormen een hoofdbestanddeel van ons dieet en je kunt ze onderverdelen in drie grote variëteiten:
Vastkokende aardappelen
Vastkokende aardappelen behouden hun consistentie tijdens het koken en zijn geschikt voor gratins, om te stomen of als gebakken aardappelen. Bij de vastkokende aardappelsoorten die wij aanbieden, vind je Belle de Fontenay, Ratte, Allians, Goldmarie, May Flower, Charlotte en Nicola.
Bloemige of kruimige aardappelen
Bloemige of kruimige aardappelen vallen een beetje uit elkaar tijdens het koken omdat ze meer zetmeel bevatten, en ze zijn ideaal voor het bereiden van aardappelpuree, soep en het bakken van friet. Dat laatste, omdat ze door hun specifieke consistentie weinig olie opnemen. Voorbeelden van bloemige aardappelrassen zijn King Edward, Margod en Desiree.
Halfvaste aardappelen
Tussen de twee vorige rassen in, heb je de halfvaste aardappelen, die voor alle soorten bereidingen gebruikt kunnen worden. Enkele rassen van halfvaste aardappels zijn Sirtema, Rosabelle, Agila en Ondine.
Wanneer en hoe moet je aardappelen planten?
Alle aardappelrassen kunnen al in de maand maart gepoot worden. Geef de voorkeur aan een losse grond met veel zon.
De verschillende stadia van de aardappelteelt:
- Laat de aardappelen enkele weken in het licht bij een temperatuur van 5-10°C ontkiemen.
- Graaf vanaf maart rijen van 15 cm diep met een onderlinge afstand van 60-70 cm;
- Leg de aardappelen in de rijen met de mooiste scheut naar boven, met een tussenruimte tussen de knollen van 30-40 cm;
- Als de plant 10-15 cm hoog is, is het tijd om de rijen op te hopen, d.w.z. meer grond op de plant te leggen;
- Als het blad geel wordt, betekent dat, dat je kan oogsten (de duur van de aardappelteelt varieert tussen de 2 en 5 maanden na het planten, afhankelijk van het ras)
Weet dat aardappelen niet goed tegen droogte kunnen. Geef ze daarom regelmatig water om uitdroging van de plant te voorkomen en mulch de planten om de grond vochtig te houden. Op deze manier krijg je aanzienlijk grotere aardappelen.
Voor welke ziekten zijn aardappelen vatbaar?
Meeldauw is de grootste bedreiging voor je aardappelteelt. De eerste tekenen van de ziekte zijn bruine vlekken die op het gebladerte verschijnen. Het verspreidt zich heel snel bij hitte en vochtigheid. Bij het water geven, is het daarom aan te raden om enkel de voet van de plant nat te maken, niet de bladeren.
Ook de mineermot, die je ook op tomaten vindt, kan veel schade aanrichten aan een aardappelgewas. Het aanbrengen van een insectengaas op het perceel beperkt het risico.
Dan is ook nog de aardappelworm. Dit ongedierte kan je gelukkig bestrijden met bepaalde oplossingen, zoals feromoon.
Tot slot zijn aardappelen nog gevoelig voor schurft.
Nog vragen over het telen van aardappelen ?
Neem contact met ons op via ons online contactformulier en krijg antwoord op al je vragen.