Hoe kies je de juiste slasoort ?
Winter-, lente-, zomer- of herfstsla, botersla, bataviasla, Romeinse sla of snijsla… De mogelijkheden zijn eindeloos en het is niet altijd eenvoudig om de juiste keuze te maken.
Hier vindt u een overzicht van de belangrijkste slasoorten en hun kenmerken, zodat u de variëteiten kan kiezen die het best bij uw tuin en smaak passen.
Snijsla (pluksla)
Snijsla vormt geen krop, maar losse bladeren die telkens opnieuw aangroeien. Zo kan u meerdere keren oogsten van dezelfde plant. Het is een vroege sla die veel bladgroen oplevert, zonder veel plaats in te nemen.
-
Zaaitijd: van februari (onder glas) tot september.
Uitzondering: wintersla (zoals Groene wintersla) die in het najaar wordt gezaaid en oogstbaar is in de herfst of vroege lente. -
Voorbeelden: Eikenbladsla, Lolla Rossa, ...
Kropsla (hoofdsla)
In tegenstelling tot snijsla vormt kropsla een compacte krop die in één keer geoogst wordt. De bladeren groeien niet opnieuw aan na het snijden.
Het grote voordeel: er bestaan variëteiten voor bijna elk seizoen, waardoor u bijna het hele jaar door kan genieten van verse sla.
-
Voorjaarsrassen
Kleine, snelgroeiende kroppen, ideaal om vroeg te oogsten.
Voorbeelden: Reine de Mai, Vroege uit Heverlee. -
Zomer- en herfstslasoorten
Grotere kroppen, beter bestand tegen warmte en doorschieten.
Voorbeeld: Grosse Blonde Paresseuse. -
Winterrassen
Worden in de herfst gezaaid, overwinteren als rozet en vormen pas een krop in het voorjaar.
Voorbeeld: Winterkropsla uit Verrières
Er bestaan verschillende soorten van kropsla:
"Botersla"
De botersla is het meest voorkomende en meest gegeten kropslatype. Ze vormt een min of meer platte krop met zachte, volle bladeren die glad tot licht golvend kunnen zijn. Het blad is meestal lichtgroen, maar kan ook rood getint zijn. Er bestaan rassen voor de lente, zomer, herfst en winter, waardoor u er bijna het hele jaar van kan genieten.
Bataviasla
De bataviasla is een zeer verspreide en geliefde slasoort. Ze is goed bestand tegen warmte en tegen doorschieten. Daardoor is ze bijzonder geschikt voor warme klimaten en zomerteelt.
Bataviasla behoort tot dezelfde soort als kropsla, maar heeft meer uitgesneden bladeren die krokanter zijn en een bredere, vollere krop vormen.
Er bestaat ook een subcategorie van het type Iceberg, ontwikkeld in de Verenigde Staten in de 19e eeuw. Deze vormen een compactere krop met brede, knapperige nerven. Ze blijven bovendien lang goed na de oogst.
Romeinse sla (bindsla, cos-sla)
De Romeinse sla (of bindsla) komt uit het Middellandse Zeegebied. Net als bataviasla is ze goed aangepast aan zomerteelt en warme klimaten.
De bladeren zijn langwerpig en vormen een losse, ovale krop. Ze is gemakkelijk te herkennen aan de sterk ontwikkelde hoofdnerf.
Het blad is meestal groen, maar kan ook roodgerand, gevlekt of volledig rood zijn.
De smaak is vaak wat bitterder, licht knapperig en bijzonder verfrissend in de zomer.
Conclusie 🌿
Of u nu kiest voor de malse botersla, de knapperige batavia, de frisse Romeinse sla of de praktische snijsla: er is altijd een variëteit die past bij het seizoen en uw voorkeur.
Bij Semailles vindt u een ruime keuze aan biologische, zaadvaste slarassen, aangepast aan ons klimaat en ideaal om het hele jaar door van verse sla te genieten.