Hoe kies je de juiste erwtenrassen?

Voordat u erwten gaat zaaien, is het belangrijk om de verschillende categorieën en hun eigenschappen te kennen. Zo kiest u de variëteiten die het best passen bij uw tuin, uw smaak en uw manier van telen.

In dit artikel krijgt u een overzicht van de belangrijkste soorten erwten, hun kenmerken en voordelen – een handige gids om een weloverwogen keuze te maken voor uw zaaiseizoen.

Peulen 

Peulen, ook wel sugar snaps of peultjes genoemd, worden geteeld voor hun jonge, malse en knapperige peulen. In tegenstelling tot doperwten bevatten ze geen vlies (of pas zeer laat in de rijping).

👉 Ze worden vroeg geoogst, wanneer de zaden nog nauwelijks ontwikkeld zijn. Peulen eet u best zo snel mogelijk na de oogst: rauw in salades of kort gekookt of geroerbakt. Hun zachte, zoete smaak maakt ze bijzonder populair bij kinderen.

Doperwten

Doperwten worden geteeld voor de zaden binnenin de peul. Men oogst de peulen nog groen, opent ze, en eet de zaden rauw of gekookt.

👉 Vers geoogst en nog jong zijn doperwten rauw een echte lekkernij; later worden ze vaak verwerkt in warme gerechten.

Binnen de doperwten maken we onderscheid tussen twee groepen:

• Ronde (gladde) zaden
  Vroeg, sterk en goed bestand tegen kou. Geschikt voor late winter- en herfstzaai. Hun smaak is verfijnd, maar ze zijn minder zoet.

• Gerimpelde zaden
  Groter en zoeter dan de ronde zaden. Ze verdragen warmte beter maar zijn gevoeliger voor kou. Ideaal voor late zaai en warmere regio’s.

Lage en hoge erwten

Net als bij bonen bestaan er lage (struikerwten) en hoge (klimerwten) variëteiten:

• Lage erwten
  Compacte planten van 30 tot 60 cm hoog. Ze hebben doorgaans geen steun nodig, maar een lichte ondersteuning met stokken of gaas is aangeraden: dit maakt het oogsten makkelijker en beschermt tegen bodemvocht.

• Hoge erwten (klimerwten)
  Klimmende variëteiten met ranken die 1,5 tot 2 meter hoog kunnen worden. Ze hebben een steun nodig (rek, hekwerk, gaas). Dit vraagt wat meer werk bij de start, maar de voordelen zijn groot: minder plaatsgebruik, makkelijkere oogst en minder problemen met vocht.

De juiste keuze maken

Bij het kiezen van uw erwtenrassen houdt u best rekening met:

• de ruimte in uw tuin (lage of hoge rassen),

• uw smaakvoorkeur (meer of minder zoet, knapperig of zacht),

• en het gewenste gebruik in de keuken (rauw, kort gekookt, of voor warme gerechten).

Door verschillende types te combineren (peulen, doperwten, lage of hoge rassen), geniet u van een langere oogstperiode én meer variatie in uw moestuin.

👉 Veel succes en een rijke erwtenteelt gewenst! 🌿