Ecologisch tuinieren: zonder pesticiden, mét nuttige insecten
Door schuilplaatsen en voedsel te voorzien voor nuttige dieren en insecten én door goede teeltpraktijken toe te passen, creëer je een ecologisch evenwicht dat je hele tuin ten goede komt.
Pesticiden: een gevaar voor mens en natuur
Het woord "pesticide" komt van het Latijnse pestis (plaag) en -cide (doden). Herbiciden doden onkruid, insecticiden doden insecten en fungiciden doden schimmels. Hun giftigheid voor de mens is vaak sluipend: ook kleine hoeveelheden stapelen zich op in het lichaam (bv. in vetreserves). Dit kan leiden tot:
-
neurologische aandoeningen,
-
verhoogde kans op bepaalde kankers en vruchtbaarheidsproblemen,
-
verstoring van het hormonale systeem, enz.
Hoewel sommige insecten, slakken of schimmels problemen veroorzaken, zijn de meeste soorten essentieel voor het ecologisch evenwicht en de bodemvruchtbaarheid.
Natuurlijke insecticiden en Bordeauxse pap: niet altijd geschikt
Sommige middelen, zelfs in de biologische landbouw toegelaten, zijn niet onschuldig:
-
Bordeauxse pap (koperverbinding) kan bij hoge dosering schadelijk zijn voor bodemleven en regenwormen.
-
Natuurlijke insecticiden zoals pyrethrum zijn niet selectief en doden ook nuttige insecten. Gebruik ze enkel bij zware plagen en uitsluitend ’s avonds.
Biologisch tuinieren: een ecosysteem in balans
De soorten die schade aanrichten in je tuin zijn meestal planteneters (plagen). De nuttige soorten of natuurlijke vijanden (hulporganismen) zijn vaak carnivoren.
Rollen van de hulporganismen
-
Beschermers: ze beperken plagen tot een aanvaardbaar niveau.
Voorbeeld: egels, kikkers en lijsters eten slakken en houden de populatie in balans. -
Opruimers: ze ruimen massaal schadelijke insecten op.
Voorbeeld: lieveheersbeestjes eten tot 100 bladluizen per dag. -
Afbrekers: ze zetten organisch materiaal om in humus, essentieel voor een vruchtbare bodem.
Voorbeeld: regenwormen, pissebedden, mieren, duizendpoten, schimmels en bacteriën. -
Bestuivers: ze zorgen voor de voortplanting van veel planten en trekken nuttige insecten aan.
Voorbeeld: bloemen trekken zweefvliegen en gaasvliegen aan die daarna bladluizen eten.
Hoe trek je nuttige dieren aan in je tuin?
Om ze in je tuin te houden, moet je het hele jaar door voor ze zorgen. 10 gouden regels:
-
Voer vogels in de winter en het vroege voorjaar.
-
Maak vijvers, stapelmuurtjes, takkenhopen, nestkastjes en insectenhotels.
-
Voorzie bloemen het hele jaar door en planten die als ‘gastheer’ dienen (bv. bloemrijke randen, ongemaaid gras).
-
Zet water klaar in droge periodes.
-
Gebruik ecologische bestrijdingsmiddelen zoals feromoonvallen, vangplaten, insectengaas, plantenaftreksels of zwarte zeep.
-
Bemest matig (stikstofoverschot maakt planten aantrekkelijker voor plagen).
-
Let op vocht: te droog trekt altica’s en mijten aan, te nat bevordert schimmelziekten.
-
Pas combinatieteelt toe in de moestuin.
-
Plant een gemengde haag (vrucht-, bloemen- en nestgelegenheid).
-
Breng compost, groenbemesters en mulch aan voor organisch materiaal en een bedekte bodem.
Meer leren over ecologisch tuinieren?
Wil je je moestuin biologisch telen zonder pesticiden en met respect voor de natuur? Ontdek onze selectie boeken en advies om een tuin te creëren die rijk is aan biodiversiteit en natuurlijke bondgenoten.
👉 Contacteer ons via ons online formulier of telefonisch voor meer info over onze producten en tips.
Accessoires