Stampeul (-erwt) Norli Het zakje van +/- 350 zaden

De Norli-erwt is een lage peulerwt die bekendstaat om zijn vroege oogst en hoge opbrengst. Met een hoogte van ongeveer 60 cm vraagt hij slechts lichte steun en is hij bijzonder eenvoudig te telen, ook in kleinere moestuinen. De planten produceren talrijke platte, fijne en malse peulen die je in hun geheel kunt eten, nog vóór de korrels zich ontwikkelen. Ze hebben een zachte, lichtzoete smaak die bij jong geoogste peulen het best tot zijn recht komt.

Deze variëteit is ideaal voor zowel beginnende tuiniers als ervaren liefhebbers. Al in het voorjaar geniet je van heerlijke, verse oogsten die zowel rauw in salades, kort gewokt of gestoomd uitstekend smaken. Dankzij zijn snelle en overvloedige productie is de Norli-erwt een uitstekende keuze om variatie in de moestuin te brengen en snel te profiteren van gezonde, smakelijke groenten.

Zoals alle zaden van Semailles is de Norli-erwt afkomstig van biologische, reproduceerbare en vrij beschikbare zaden – een garantie voor kwaliteit, respect voor het milieu en behoud van biodiversiteit.

Sterke punten van de Norli-erwt:

• Vroege en productieve lage variëteit (60 cm)

• Malse, smaakvolle peulen die volledig eetbaar zijn

• Snelle oogst vanaf het voorjaar

• Biologisch en reproduceerbaar zaad, afkomstig uit de biologische landbouw

• Gemakkelijk te telen, geschikt voor elke moestuin

Cultuuradvies voor de Stampeul Norli

Het zaaien van erwten

Zaai in rijen met een onderlinge afstand van 50 cm, één zaadje om de 2-3 cm en op een diepte van 2 cm. Direct zaaien in kleine kuilen is ook mogelijk.

• Voorjaarsvariëteiten:

• • Zaai ronde korrelvariëteiten van maart tot eind april voor een oogst (70-80 dagen) in juni-juli, of zaai in juli voor een oogst in oktober.

• • Zaai gerimpelde korrelvariëteiten van half maart tot eind mei voor een oogst (70-90 dagen) in juli-augustus, of zaai in juli voor een oogst in oktober.

Bedek het zaaisel indien nodig met een tunnel (ideale kiemtemperatuur tussen 15°C-18°C overdag en 10°C-7°C 's nachts), maar erwten verdragen kou en het blad kan zelfs bestand zijn tegen temperaturen tot -10°C.

• Wintervariëteiten: Zaai wintervariëteiten in oktober voor een oogst vanaf mei.

Peulerwten kunnen iets later worden gezaaid dan doperwten - van april tot juni. Het is ook mogelijk om ronde korrelvariëteiten in oktober-november te zaaien (afhankelijk van het klimaat in de regio) voor een vroege oogst in mei.

Onderhoud

Bonen geven de voorkeur aan losse, vochtige en diepe grond. Schoffel en geef vooral de eerste weken water.

Verdunnen tot 20 cm uit elkaar.

Aanaarden wanneer de plant 15 cm hoog is en vervolgens ondersteunen met vertakte takken of andere ondersteuningen (trellis, betongaas...).

Ondersteun zelfs stamvarieiten om de oogst te vergemakkelijken en rotting bij te vochtig weer te voorkomen.

Zorg voor regelmatige bewatering - aarzel niet om te mulchen om vochtigheid en frisheid in de grond te behouden.

Oogsten

Bonen worden meestal 70 tot 100 dagen na het zaaien geoogst.

Dopbonen worden geoogst wanneer de erwten volledig zijn gevormd (ongeveer 3 maanden na het zaaien).

Ziekten

Bonen zijn vatbaar voor meeldauw. Om dit te voorkomen, vermijd tijdens het besproeien dat het blad nat wordt. Preventieve of curatieve besproeiingen met heermoesgier kunnen nuttig zijn.

Let op slakken aan het begin van het seizoen en vogels tijdens het zaaien.

Tips en trucs

Een koudebehandeling en het weken van de zaden vóór het zaaien kunnen de kieming bevorderen, maar dit is niet noodzakelijk.